Mijn verhaal
Het verhaal van Gilbert
29 jaar emotionele gevangenschap
Ik kan me als de dag van gisteren herinneren hoe ik mij als kind op de basisschool voelde. Ik voelde mij dom, niets waard, en wilde daardoor ook niet graag op school zijn. Ik wist toen nog niet dat ik zwaar dyslectisch was. Daar kwam ik pas veel later achter, waarover hierna meer. De ontdekking dat ik dyslectisch ben, was de ommekeer in mijn leven, maar voordat dit moment zich aanbood, bevond ik mij in een emotionele achtbaan en heb ik eerst flink door het stof moeten gaan om te komen waar ik nu ben.
Als kind wist niemand hoe ik mij werkelijk voelde. Echt niemand. Niemand vroeg ernaar en niemand had mij geleerd om uit mijzelf over mijn gevoelens te praten, dus deed ik dat niet. Het kwam niet eens in mij op. Wij spraken thuis niet over school; school was er gewoon. Mijn ouders waren kort voor mijn geboorte vanuit Suriname naar Nederland verhuisd en hadden zelf geen hoge opleiding genoten. Ik kwam op zichzelf niks te kort, want mijn ouders waren liefdevol, zorgzaam, attent en stonden altijd voor me klaar. Het ontbrak mij thuis wel aan begeleiding met betrekking tot school. Ik vond school moeilijk en was daarnaast ook nog eens verlegen.
Na de basisschool werd ik naar het individueel technisch onderwijs gestuurd: de laagste opleiding na de basisschool. Daarmee werd mijn idee dat ik dom was natuurlijk alleen maar bevestigd. Zo jong als ik was, had ik echter op dat moment wel besloten dat ik het tegendeel zou gaan bewijzen. Ik kwam mijn I.T.O. dus behoorlijk goed door. Nadat ik mijn I.T.O. diploma had behaald, ben ik naar de L.T.S. gegaan. In het laatste jaar kreeg ik daar een grote klap te verwerken: ik was 16 jaar en kreeg een zwaar ongeluk, waarbij mijn gezicht verbrijzelde en ik een deel van de voorkant van mijn ondergebit kwijtraakte. Nog altijd word ik dagelijks met de gevolgen van dit ongeluk geconfronteerd. Het is, net als dyslexie, iets dat mijn leven heeft bepaald. Ik weet nog goed de eerste keer dat ik als jongen van 16 voor het eerst in het ziekenhuis in de spiegel keek na het ongeluk, terwijl de dokter mij had verboden dit te doen. Mijn gezicht was zo gehavend dat ik bijna flauw viel. Dit zou nooit meer goed komen, dacht ik. Het idee om met dit toegetakelde hoofd weer onder de mensen te moeten komen, maakte me misselijk van angst. Ik was al verlegen, ik voelde mij al dom en niets waard en toen kwam dit er ook nog eens bij. Ik kon wel door de grond zakken, maar toch moest ik gewoon verder en was er niemand die echt wist hoe ik me voelde. Ook daar werd niet over gesproken.
Hoe ik door die tijd heen ben gekomen, kan ik niet vertellen, maar het voelde als overleven in plaats van het leven ‘beleven’.
Kort nadat ik – na het behalen van de L.T.S. – op de M.T.S. in Utrecht terecht was gekomen, gingen mijn ouders ook nog eens scheiden. Mijn moeder lag in die tijd voor een langere periode door ziekte in het ziekenhuis. Waar mijn vader uithing, weet ik eerlijk gezegd niet meer, maar wat ik wel weet is dat ik in die periode vaak alleen thuis was en mij heel alleen voelde. Het was dan ook niet zo gek dat ik geen zin meer had om elke dag naar Utrecht af te reizen om naar school te gaan. Voor het eerst in mijn leven bleef ik zitten. Het werd allemaal te veel. Veel te veel negatieve emoties en situaties waar ik mij geen raad mee wist. Voor mijn gevoel leefde ik in een negatieve emotionele achtbaan die nooit stopte.
Wat mij al die tijd op de been heeft gehouden, was mijn liefde voor muziek. Vanaf mijn 12e schreef ik liedjes, maakte ik mixtapes en instrumentale bandjes om overheen te zingen. Mijn liefde voor muziek was groot en mijn wens was om door te breken in de muziek. In de loop van de tijd werd ik steeds beter in wat ik deed. Maar naar buiten treden met wat ik kon, durfde ik niet goed. Ik had per slot van rekening na mijn geheelde gezicht nog steeds een onvolledig ondergebit, dus ik leefde als een kluizenaar in mijn muziekstudiootje. Op mijn 18e kreeg ik echter via via de kans om deel te zijn van een bekende rapgroep. Inmiddels was ik een meester in het verbloemen van mijn ondergebit. We traden veel op en we wonnen zelfs een prestigieuze prijs met deze act: een Edison Award. Na anderhalf jaar was de roem voorbij, en viel ik in een diep, zwart gat. Ik had geen inkomen meer en moest dus aan het – gewone – werk. Ik werd horecamedewerker en verdiende in een maand wat ik daarvoor met optreden in een weekend verdiende. Mijn droom was aan diggelen gevallen. Ik was laag geschoold, had geen toekomst visie, geen support en niet genoeg vaardigheden om te komen waar ik wilde komen. Ook ontbrak het me aan zelfvertrouwen. Het werd zo erg dat ik op een gegeven moment niet meer wilde leven. Mijn poging om er op dat moment een einde aan te maken, is gelukkig niet gelukt, maar op dat moment wilde ik het heel graag. Ik was er klaar mee. Ik was klaar met al die emoties die ik niet aankon en waarvan ik niet had geleerd om er mee om te gaan.
Mijn bevrijding
Toen ik 26 was, ging het – na 9 jaar – uit met mijn toenmalige vriendin. Mijn tante, met wie ik goed kon opschieten en waarmee ik veel praatte, gaf me toen het boek ‘De kracht in jezelf’ van Jozef Murphy. Dit was het boek dat mijn leven veranderde, of dat er in ieder geval voor zorgde dat ik in de goede richting geduwd werd. Het boek liet mij inzien dat als ik verandering in mijn leven wilde, ik – en alleen ik – dit zou kunnen bewerkstelligen, en niemand anders. Er kwam langzaam maar zeker verandering in mijn leven. Ik zette dit keer door om mijn gebit te laten maken. Het voelde zo goed om na tien jaar weer breeduit te kunnen lachen! Ik kreeg een nieuwe vriendin, met wie ik nu nog steeds samen ben. Ook ging ik werken aan mijn zelfvertrouwen en uitzoeken wie ik nou werkelijk was. Mijn vriendin stimuleerde me om werk te zoeken dat bij me paste, en zo kwam ik uiteindelijk bij de politie terecht. Doordat ik laag geschoold was, moest ik ook daar weer onderaan en als surveillant beginnen. Tijdens de opleiding ontdekte een oplettende docent dat ik dyslexie heb. Hij vond het vreemd dat ik bij een opdracht een aantal meerkeuze vragen fout had beantwoord, terwijl hij wist dat ik het antwoord op die vragen goed kende. Het balletje ging rollen, en ik kreeg uiteindelijk een dyslexieverklaring. Ik was niet dom, ik had dyslexie! Ik voelde me bevrijd.
Uiteindelijk heb ik het tot hoofdagent geschopt en op het moment dat ik besloot afscheid te nemen van de politie, werd ik zelfs nog gevraagd het traject van hoofdinspecteur te gaan volgen. Dat was een moeilijke keuze, maar ik heb het niet gedaan. Ik wilde mijn hart volgen en dat lag niet bij de politie. In plaats daarvan koos ik ervoor om mijn eigen bedrijf vorm te gaan geven en mensen te helpen op een manier die veel meer bij mij past.
Om zoveel mogelijk mensen goed te kunnen helpen en te coachen heb ik diverse opleidingen en trainingen gedaan. Door mijn dyslexie iets wat absoluut niet eenvoudig was, maar ik heb alles wat ik heb opgepakt succesvol afgerond. Erg trots ben ik op het feit dat ik – als één van de eersten in Nederland – internationaal gecertificeerd Master Coach ben geworden op het gebied van Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP). Dit is de hoogst beschikbare opleiding in Nederland op het gebied van NLP-coaching en als zodanig geaccrediteerd door de NVNLP, ABNLP, VIV Nederland en NOBCO. In de opleiding heb ik de meest effectieve NLP processen geleerd waarmee ik mensen kan helpen een verschil in hun leven te maken.
Het was een lange weg, waarin ik mij heb moeten hervinden en herontdekken. Gelukkig is het gelukt!